Griep – influenza

Griep is een virusinfectie die koorts, een loopneus, hoesten, hoofdpijn, een ziek gevoel (malaise) en ontsteking van de binnenwand van de neus en de luchtwegen veroorzaakt.
Elk jaar in de late herfst of vroege winter zijn er uitgebreide epidemieën van ziekten van de luchtwegen veroorzaakt door griep. Griep komt over de gehele wereld voor. Hoewel er veel respiratoire virussen zijn die de symptomen van griep kunnen veroorzaken, is het influenza-A- of influenza-B-virus vaak verantwoordelijk voor de epidemieën in de late herfst of winter.

 

Het virus wordt verspreid door inademing van besmette druppeltjes die een patiënt door hoesten of niezen heeft verspreid of door direct contact met de afscheidingsproducten van een patiënt.

Symptomen
Griep verschilt van gewone verkoudheid. De symptomen treden 24 tot 48 uur na infectie op en kunnen plotseling beginnen. Rillingen of een rillerig gevoel kunnen de eerste aanwijzingen van griep zijn. Koorts komt vaak voor gedurende de eerste paar dagen en de temperatuur kan stijgen tot 39,5 °C. Veel mensen voelen zich ziek genoeg om in bed te blijven. Ze hebben pijn in hun gehele lichaam, het meest uitgesproken in de rug en de benen. Vaak heeft de patiënt ernstige hoofdpijn, met pijn rond en achter de ogen. Fel licht kan de hoofdpijn verergeren.

Eerst kunnen de symptomen van de luchtwegen relatief licht zijn, met een zere, geïrriteerde keel, een branderig gevoel in de borst, een droge hoest en een loopneus. Later kan het hoesten ernstiger worden en kan er sputum worden opgegeven. De huid kan warm zijn en rood, vooral in het gezicht. De mond en de keel kunnen rood worden, de ogen kunnen waterig zijn en het oogwit kan licht ontstoken zijn. Een patiënt, vooral een kind, kan misselijk zijn en braken.

Na twee of drie dagen verdwijnen de meeste symptomen snel en vaak daalt de koorts, hoewel de koorts soms wel vijf dagen kan aanhouden. Bronchitis en hoesten kunnen echter tien dagen of langer aanhouden en het kan zes tot acht weken duren voordat veranderingen in de luchtwegen volledig zijn verdwenen. Malaise en moeheid kunnen verschillende dagen of soms weken aanhouden.

Complicaties bij griep
Hoewel griep voor iedereen hinderlijk is, voelen de meeste gezonde mensen zich na zeven tot tien dagen weer beter. Complicaties bij griep kunnen de ziekte verergeren. Zeer jonge en zeer oude mensen en patiënten met hart- of longziekten of ziekten van het zenuwstelsel lopen een bijzonder groot risico op complicaties en op overlijden.

In zeldzame gevallen veroorzaakt griep ernstige ontstekingen van de luchtwegen met een bloederige afscheiding (hemorragische bronchitis). Virale longontsteking is de ernstigste complicatie. Deze ontsteking kan snel verlopen en binnen 48 uur de dood tot gevolg hebben. Het is onzeker waardoor longontsteking wel of niet zal optreden, maar de kans dat er longontsteking optreedt is het grootst tijdens een epidemie veroorzaakt door een influenza-A-soort waartegen weinig mensen afweer hebben en die de mensen treft die het grootste risico lopen. Bacteriële longontsteking kan griep verergeren, omdat het vermogen van de longen om bacteriën in het ademhalingskanaal te vernietigen of te onderdrukken door griep zijn aangetast.

Het influenzavirus wordt zeer zelden geassocieerd met ontsteking van de hersenen (encefalitis), het hart (myocarditis) of de spieren (myositis). Bij encefalitis kan de persoon suf, verward of zelfs comateus zijn. Myocarditis kan een hartruis of hartfalen veroorzaken.

Het Reye-syndroom is een ernstige en mogelijk dodelijke complicatie die het meest optreedt bij kinderen tijdens epidemieën van influenza B, vooral als ze aspirine of een geneesmiddel dat aspirine bevat hebben gebruikt.

Diagnose
Omdat de meeste mensen bekend zijn met de symptomen van griep en omdat griep in epidemieën optreedt, wordt de diagnose griep vaak correct gesteld door de grieppatiënt zelf of door familieleden. De ernst van de ziekte en de aanwezigheid van hoge koorts onderscheiden griep van een gewone verkoudheid. Bij een bloedonderzoek, hoewel niet altijd nodig of beschikbaar, kan een griepinfectie worden bevestigd. De diagnose griep kan nauwkeuriger worden gesteld door het virus te isoleren uit een keel- of neuskweek.

Preventie
Iemand die is blootgesteld aan een influenzavirus produceert antistoffen, die bescherming geven tegen herbesmetting met dat bepaalde virus. Jaarlijkse vaccinatie tegen griep is echter de beste manier om het ontstaan van griep te vermijden. Griepvaccins bevatten geïnactiveerde (of 'dode') soorten griepvirus of virale deeltjes. Een vaccin kan monovalent (één virussoort) of polyvalent (gewoonlijk drie virussoorten) zijn. Een monovalent vaccin kan een hogere dosis tegen een nieuwe virussoort bevatten en een polyvalent vaccin verhoogt de weerstand tegen meer dan één soort. Elk jaar wordt er een ander vaccin geïntroduceerd, gebaseerd op voorspellingen welke soorten het meest waarschijnlijk griep zullen veroorzaken. Bij voorspellingen wordt rekening gehouden met de virussoort die gedurende het voorafgaande griepseizoen het meest voorkwam en de soort die ziekte veroorzaakt in andere delen van de wereld tijdens het lopende voorseizoen.

Vaccinatie is vooral belangrijk voor mensen die kans lopen zeer ziek te worden als ze worden geïnfecteerd. Vaccinatie vindt plaats in de herfst, zodat de hoeveelheid antistoffen het hoogst zal zijn gedurende de piekmaanden van het griepseizoen (november tot en met maart). Bij de meeste mensen duurt het ongeveer twee weken vóór de vaccinatie bescherming biedt.

In Nederland is sinds 1999 een antiviraal middel met zanamivir als werkzaam bestanddeel tegen griep beschikbaar. Het middel verkort de ziekte met één tot twee dagen en wordt in een vroeg stadium van de ziekte, maar ook wel preventief, toegepast. In sommige gevallen kan zanamivir een toegevoegde waarde hebben bij de bestrijding van een griepepidemie. Amantadine, een antiviraal middel, kan bescherming geven tegen influenza A, maar niet tegen influenza B. Het wordt gebruikt gedurende epidemieën van influenza A ter bescherming van mensen die in nauw contact komen met patiënten en ter bescherming van anderen die een verhoogd risico lopen en niet zijn gevaccineerd. Twee tot drie weken nadat iemand is gevaccineerd, kan het gebruik van dit middel worden gestaakt. Als er geen vaccin kan worden gegeven, wordt tijdens de epidemie amantadine gebruikt, meestal zes tot acht weken lang. Dit middel kan nervositeit, slapeloosheid en andere bijwerkingen veroorzaken, vooral bij ouderen en bij pa tiënten met hersen- of nierziekten.

Behandeling
De belangrijkste behandeling bij griep is het bed houden of voldoende rust nemen, het vochtgehalte op peil houden door voldoende te drinken en het vermijden van zware inspanning, het liefst zodra de symptomen beginnen tot 24 tot 48 uur nadat de lichaamstemperatuur is teruggekeerd naar normaal. Mensen met ernstige symptomen maar zonder complicaties kunnen paracetamol, aspirine, ibuprofen of naproxen innemen. Vanwege het gevaar van Reye-syndroom moet aan kinderen geen aspirine worden gegeven. Indien nodig, is het gebruik van paracetamol door kinderen echter aanvaardbaar. Zoals eerder opgesomd voor verkoudheid, kunnen andere maatregelen de symptomen verlichten, zoals neusdruppels en het inademen van stoom.

Als amantadine vroeg tijdens een ongecompliceerde influenza-A-infectie wordt gebruikt, helpt dit de duur en de ernst van de koorts en de symptomen van de luchtwegen te verminderen. Amantadine vermindert de ernst van virale longontsteking, maar kan worden gegeven om de kans op herstel te vergroten. Van ribavirine, dat via een verstuiver kan worden ingeademd of als tablet kan worden ingenomen, is aangetoond dat het de duur van de koorts bekort en het vermogen van het virus om zich te vermeerderen aantast, maar gebruik van het middel verkeert nog in een experimenteel stadium. Ribavirine kan echter worden gegeven om de symptomen van virale longontsteking te verlichten.

Een secundaire bacteriële infectie wordt behandeld met antibiotica. Bacteriële longontsteking veroorzaakt door een bepaald soort bacteriën, pneumokokken, kan worden voorkomen met een polyvalent vaccin dat de meest voorkomende soorten pneumokokken bevat. Het vaccin wordt echter niet gegeven aan iemand die al griep heeft.

Bron: Merck Manual Medisch Handboek

Lees ook:Virusremmers
Lees ook:Influenza: een ziekte met een geschiedenis
Lees ook:Tien vragen over griep:
Lees ook:Hoe en wat over vogelgriep
Lees ook:Nederland verlost van griepgolf

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.