Indonesië ‘claimt’ bloed met vogelgriepvirus

Het bloed dat is afgenomen van de 20-jarige Elis blijft op Indonesische bodem. De jonge vrouw stierf op 10 februari in een ziekenhuis aan de vogelgriep en werd daarmee het 64ste Indonesische slachtoffer.

Elis had geen kans. Toen ze haar naar het ziekenhuis brachten, waren haar longen al aangetast. Zelfs Tamiflu, het enige vaccin dat helpt tegen het dodelijke H5N1-virus, mocht niet meer baten.

 

Elis is dood. Haar bloedmonsters zijn een speelbal geworden in een spelletje dat de Indonesische regering speelt met de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Ze zijn níet opgestuurd naar het Hongkongse laboratorium van de WHO, waar de bloedmonsters van de eerdere slachtoffers nog wél zijn onderzocht. Volgens Indonesië verkoopt de WHO de monsters aan geneesmiddelproducenten, die met dit bloed dure vaccins ontwikkelen zonder dat Indonesië daar een cent voor krijgt. Terwijl Indonesië toch het ‘geestelijk eigendomsrecht' op dat bloed claimt.

De regering heeft daarom besloten dat geen druppel besmet bloed het land meer uit mag. De samenwerking met de WHO-laboratoria is opgezegd, en de in Zwitserland gevestigde firma Baxter Healthcare is aangetrokken om in Indonesië zelf met dat bloed een eigen vaccin te gaan maken.

De WHO protesteert. De Indonesische stap ondermijnt het wereldwijde anti-griepsysteem dat de organisatie in veertig jaar heeft opgebouwd.

Indonesië telt de meeste vogelgriepslachtoffers ter wereld. In Vietnam en Thailand is de ziekte grotendeels onder controle en zijn al geruime tijd geen mensen meer besmet. De aanhoudende stroom Indonesische slachtoffers houdt het onderzoek gaande; hun bloedmonsters geven informatie over de veranderingen die het H5N1-virus ondergaat. Dat muteert voortdurend, zodat de Indonesische variant al verschilt van de Vietnamese variant, die tot nu toe is gebruikt voor vaccins.

Het H5N1-virus wordt door de WHO nauwlettend in de gaten gehouden. De vogelgriep wordt alleen overgedragen via pluimvee, maar de organisatie vreest dat het virus zodanig zal muteren dat het ook van mens op mens kan overgaan. Als dat gebeurt, bestaat het gevaar dat de wereld wordt overspoeld door een pandemie waarvan miljoenen mensen het slachtoffer kunnen worden.

Toen de WHO haar onheilsvoorspellingen van een naderende pandemie deed, ontstond er in Jakarta een ware run op Tamiflu. Dit griepmiddel van farma-gigant Roche bleek het enige dat effect had, al helpt het alleen in de eerste twee dagen na de besmetting.

Er was echter lang niet genoeg Tamiflu. Internationale bedrijven en ambassades in Jakarta kochten de pillen op voor hun ‘expats'. Sommige mensen vlogen er zelfs voor naar Singapore. Op het internet werden honderden dollars geboden voor Tamiflu, dat toch al niet goedkoop is: een stripje van tien tabletjes kost zestig dollar.

Voor de meeste Indonesiërs is Tamiflu dus onbetaalbaar. Dat veranderde pas toen Roche Indonesië eind 2005 toestemming gaf het middel zelf te gaan produceren. Roche deed dat niet uit liefdadigheid – maar zijn patenten zijn in Zuidoost-Azië toch niet geldig.

Indonesië wil niet afhankelijk zijn van een farmaceutisch bedrijf dat dank zij wereldwijde patenten kan vragen wat het wil voor zijn geneesmiddelen. Dat is een legitiem bezwaar. De weigering om nog bloedmonsters naar Hongkong te sturen getuigt echter ook van een overgevoeligheid voor buitenlandse bemoeienis.

Toen de vogelgriep zich over de Indonesische archipel uitbreidde, drong de internationale gemeenschap aan op ingrijpende maatregelen. Pluimvee moest op grote schaal worden afgemaakt en gevaccineerd, maar Indonesië vond dat allemaal veel te duur. President Yudhoyono verduidelijkte dat de vogelgriep een wereldwijd probleem is, en dat de wereld daarom ook maar moet betalen als zij de epidemie in Indonesië tot staan wil brengen.

Hoewel de vogelgriep inmiddels in de grote pluimveehouderijen onder controle is gebracht, blijven er slachtoffers vallen. De meeste doden vallen in stedelijke gebieden: in de nauwe straatjes van de volksbuurten van Jakarta scharrelen kippen.

Nadat er vier doden waren gevallen, hebben Jakarta en een aantal andere steden het houden van pluimvee in woonwijken verboden. Kippen, kwartels, eenden en duiven er vorige maand massaal geslacht.

Maar de overstromingen die Jakarta in februari hebben getroffen, hebben de angst voor vogelgriep nieuw leven ingeblazen. Ronddrijvende kadavers hebben volgens de WHO het gevaar voor besmetting vergroot.

Alarmerend zijn ook de recente berichten dat de vogelgriep wordt verspreid door katten. Een Indonesische onderzoeker beweert dat zeker 20 procent van de katten in de omgeving van pluimveemarkten is besmet met. Die veronderstelling wordt nu nader onderzocht.

Bron: de Volkskrant (door Michel Maas)

 

 

Lees ook:Tienduizenden vogels afgeslacht in Jakarta na uitbraak vogelgriep
Lees ook:Weer een Indonesiër overleden aan vogelgriep
Lees ook:Weer dode door vogelgriep Indonesië
Lees ook:57ste Vogelgriepdode in Indonesië
Lees ook:Vogelgriep doodt jonge vrouw

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.