Het snel en adequaat ontwikkelen van vaccins tegen nieuwe virussen die wereldwijd slachtoffers kunnen maken, wordt tegengewerkt door een aantal Aziatische landen waar de ziektes uitbreken. Het Nederlands Centrum Infectieziektenbestrijding spreekt van een 'groot, moeilijk oplosbaar probleem'.
Landen als China, Vietnam en Indonesië hebben het afgelopen jaar geweigerd om stammen van nieuwe varianten van het ook voor mensen gevaarlijke vogelgriepvirus H5N1 naar de wereldgezondheidsorganisatie WHO op te sturen.
Omdat de landen zelf geen vaccins kunnen maken, eisen ze harde garanties dat de vaccins die op basis van de door hen geleverde monsters ontwikkeld worden, ook voor hen beschikbaar komen. China en Vietnam werken inmiddels weer mee aan het leveren van monsters aan de gezondheidsorganisatie van de Verenigde Naties.
Indonesië frustreert de samenwerking met de WHO omdat de VN-organisatie de virusmonsters in het verleden zou hebben gedeeld met farmaceutische bedrijven.
Die gebruiken de monsters om vaccins te ontwikkelen die een ontwikkelingsland als Indonesië nooit kan betalen, aldus de Indonesische regering. Indonesië wil pas monsters afstaan als de WHO belooft dat het land toegang krijgt tot voldoende goedkope vaccins.
Aziatische landen als China en Indonesië eisen dat ze zelf de te ontwikkelen vaccins tegen een niet te hoge prrijs kunnen krijgen bij pandemie.
Bron: BN/DeStem
Lees ook:Indonesië weigert monsters vogelgriep aan WHO
Lees ook:Indonesië en WHO lossen conflict H5N1-monsters op
Lees ook:Indonesië vertikt monsters vogelgriep aan WHO te geven
Lees ook:Indonesië levert weer monsters vogelgriep aan WHO
Lees ook:Weer een dode door vogelgriep in Indonesië