Een geïsoleerd levende groep indianen is getroffen door de Mexicaanse griep. Het virus heeft de Venezolaanse jungle bereikt, waardoor zeven leden van de Yanomami zijn overleden. In het grensgebied van Venezuela en Brazilië leven ongeveer 32.000 Yanomami.
De Venezolaanse regering heeft het Indianengebied afgesloten en medische teams gestuurd. Gevreesd wordt dat veel indianen aan de griep zullen sterven, vooral omdat ze weinig weerstand hebben tegen virussen van buitenaf omdat ze daar misschien nooit mee in contact zijn geweest.
Hetzelfde gebeurde in 1918 toen de Spaanse griep wereldwijd toesloeg, maar vooral de eskimo’s in Alaska zwaar trof. Het virus had daar een ware slachting aangericht en in sommige dorpen 90 procent van de inwoners gedood. Een dokter bezocht destijds tien kleine dorpen en in drie daarvan waren alle bewoners ten prooi gevallen aan de griep. De enige levende wezens die ze aantroffen, waren halfverwilderde honden.
Tot overmaat van ramp was het deze hongerige beesten gelukt de iglo’s binnen te dringen waar de lijken lagen, die ze opvraten. Het enige wat overbleef, waren kledingstukken en een stapel botten. In overige dorpen overleefde 15 procent het, meestal kinderen van wie een kwart al bevroren was voordat de hulp van het Rode Kruis arriveerde.
Een soortgelijk drama vond plaats in het eskimodorp Teller Mission, nu Brevig Mission geheten, gelegen op de bevroren toendra van het schiereiland Seward in Alaska. In dit dorp van 80 inwoners ging in 1918 de een na de ander dood en overleden binnen 5 dagen 72 eskimo’s. Slechts drie volwassenen en vijf kinderen overleefden het drama.
Lees ook:Grieppaniek in Diomede
Lees ook:H5N1 dodelijk in Indonesië, H1N1 dodelijk in Nederlands-Indië
Lees ook:Virus is Latijn voor… vergif!
Lees ook:Mexicaanse griep treft vooral jonge, gezonde vrouwen
Lees ook:Mexicaanse griep treft vooral jonge, gezonde vrouwen